Wednesday 15 October 2008

Gebakken lucht

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik heb het zo langzamerhand wel gehad met de klimaatveranderingsgelovigen. Neem bijvoorbeeld hun neiging om iedere wolkbreuk of windhoos aan te grijpen om het einde der tijden te verkondigen. De ijsberen sterven uit, het water stijgt ons tot de lippen en de laatste overgebleven Nederlanders zullen van de Wageningse Berg geblazen worden door tropische cyclonen. Ach, ik weet het, ik chargeer een beetje. Maar niet teveel: “Een miljoen diersoorten uitgeroeid door de klimaatverandering,” voorspelt de ene studie. “Heel Nederland verdwijnt onder de zeespiegel”, orakelt een ander. “Klimaatverandering leidt tot oorlogen,” waarschuwt een derde. Het moge duidelijk zijn: klimaatverandering is niets meer of minder dan “de grootste ramp uit de geschiedenis”, aldus het Wereld Natuur Fonds.

Een nuchtere Hollander zou er misschien op wijzen dat het wereldwijde zeewaterpeil de komende eeuw helemaal niet, zoals het VN-klimaatpanel IPCC aanvankelijk beweerde, met zes meter zal stijgen. In werkelijkheid bedraagt de maximale stijging 43 centimeter. Foutje in het computermodel – kan gebeuren, nietwaar? Bij zo’n stijging houden ze het zelfs in Zeeland nog wel even droog. Zo kan ik nog wel een paar andere feiten noemen. Wist u bijvoorbeeld dat de ijskap op de Zuidpool al geruime tijd aan het groeien is? En dat de gemiddelde wereldwijde temperatuur de afgelopen tien jaar niet is gestegen maar gedaald? Maar daarmee komen we meteen bij een volgende irritante eigenschap van de klimaatveranderingsgelovigen. De beroemde econoom John Maynard Keynes vatte de normale wetenschappelijke aanpak samen door te stellen dat als de feiten wijzigden, hij altijd bereid was zijn theorie te wijzigen. In de kerk van de ware klimaatgelovigen gaat dat heel anders. Als de feiten niet kloppen met de klimaatveranderingstheorie, is dat gewoon jammer voor de feiten.

Dat gebeurt overigens gelukkig bijna nooit. In de wereld van de klimaatveranderingsgelovigen is namelijk alles bewijs voor de naderende apocalyps. Een hittegolf in Zuid-Europa? Dat moet wel de klimaatverandering zijn. Regenbui in Roermond? Jawel, klimaatverandering. Vroeger keek niemand er van op als de Maas weer eens buiten zijn oevers trad. Nu is zo’n zelfde overstroming het wettige en overtuigende bewijs dat de aarde aan opwarming ten onder gaat. We verbazen ons inmiddels allang niet meer van koppen als “Opwarming zorgt voor koudere aarde”. Het wordt warmer, dus het wordt kouder: je kan gewoon niet missen met de klimaatveranderingshypothese. En als er toch dingen gebeuren die echt met geen mogelijkheid binnen de opwarmingstheorie te passen zijn, zoals de temperatuurdaling van de afgelopen tien jaar? Dan zeg je dat het opwarmingsproces even ‘pauze neemt’ en wijdt je dat aan ‘natuurlijke klimatologische variaties’. De klimaatveranderingsgelovigen hebben altijd gelijk, ongeacht de feiten.

Zo mogelijk nog irritanter is de hypocrisie van de belangrijkste klimaatveranderingsprofeten. Zij laten geen gelegenheid voorbij gaan om ons een schuldgevoel aan te praten. Wij consumeren teveel en denken te weinig aan het milieu, zo wordt ons voortdurend verteld. Maar, zo zou je verwachten, wat voor ons geldt, geldt ook voor hun. Niet dus. De kopstukken van de milieubeweging vliegen namelijk schaamteloos de hele wereld over om het klimaatveranderingsgeloof te verbreiden. De CEO van het Wereldnatuurfonds, Bob Napier, vloog bijvoorbeeld in één jaar tijd naar Washington, Geneve, Peking, Borneo, de Falklandeilanden en Spitsbergen – allemaal voor een beter milieu. De overtreffende trap van klimaatveranderingshypocrisie is overigens Al Gore, de klimaatveranderingsprofeet die voor zijn film An Inconvenient Truth zowel een Oscar als een Nobelprijs kreeg. Terwijl hij in zijn film orakelt over hoe wij door ons schandelijk energieverbruik de wereld richting apocalyps duwen, blijkt hij zelf op zijn ranch in Tennessee per maand twee keer zoveel elektriciteit te gebruiken als een gemiddeld Amerikaans gezin in een heel jaar. En terwijl hij ons oproept om de auto te laten staan om de planeet te redden, blijft hij zich zelf gewoon per privéjet verplaatsen. Het motto van de klimaatveranderingsprofeten is dus blijkbaar ‘doe wat ik zeg, niet wat ik doe’.

Wat mij echter het meeste ergert, is dat je dit allemaal nieteens hardop mag zeggen. Wie het namelijk waagt zijn stem te verheffen tegen de klimaatveranderingslobby, wordt bedolven onder een regen van verdachtmakingen. Wetenschappers die nieuwe feiten inbrengen die de klimaatveranderingshypothese ondermijnen, krijgen het label van ‘klimaatveranderingsontkenners’ opgeplakt. ‘Ontkenners’ verwijst daarbij weinig subtiel naar het woord ‘Holocaustontkenner’. In het voorbijgaan wordt ook nog even hun wetenschappelijke onafhankelijkheid ondermijnd door te suggereren dat ze in de achterzak van de grote oliemaatschappijen zouden zitten. Serieuze academici worden zo afgeschilderd als een soort corrupte neonazi’s. Erger kan ook nog, overigens. Een Engelse bisschop vergeleek critici van de klimaatveranderingshypothese onlangs met de Oostenrijkse incestueuze kinderverkrachter Josef Fritzl door te stellen dat zij “net zo schuldig” zijn als hij als het gaat om het vernietigen van de toekomst van onze jeugd.

Dat is dus het ware gezicht van de klimaatveranderingslobby: hysterisch, feitenblind, hypocriet en onverdraagzaam ten opzichte van andersdenkenden. En dan vinden ze het nog gek dat al hun gepraat over opwarming ons Siberisch koud laat.

Deze column verscheen op woensdag 1 oktober j.l. in Reader's Digest

No comments: