Saturday 21 March 2009

Nicaragua, het volgende Venezuela?

Hugo Chavez, die zichzelf onlangs middels een dubieus referendum de bevoegdheid heeft gegeven om ‘gekozen’ dictator voor het leven te worden, leidt een steeds omvangrijker blok Zuid-Amerikaanse landen verenigd rond thema’s als anti-Amerikanisme en economisch socialisme. In dit kamp vinden we behalve de Cubaanse Castro-clan en de Boliviaanse populist Evo Morales ook een oude bekende uit de nadagen van de Koude Oorlog: de Nicaraguaanse president Daniel Ortega.
In de vroege jaren tachtig was Nicaragua het troetelkindje van links Nederland. Onder leiding van Comandante Ortega en zijn Sandinistische brigades werd daar immers het revolutionaire socialisme in praktijk gebracht. Links Nederland ging massaal aan de Nicaraguakoffie, uit solidariteit met het kleine landje dat dapper weerstand bleef bieden tegen de door president Reagan geleide Grote Satan Amerika. De droom werd wreed verstoord toen Ortega in 1990 tijdens de eerste vrije verkiezingen onverwacht werd verslagen door oppositieleider Violeta Chamorro. Ortegas revolutionaire loopbaan leek voorbij, totdat een nieuwe generatie Nicaraguaanse kiezers diezelfde loopbaan begin 2007 pardoes een nieuw leven inblies door hem tot president te kiezen.
Sindsdien is gebleken dat Ortega misschien wel zijn haren maar niet zijn revolutionaire streken heeft verloren. Na een onopvallende start begint hij de touwtjes steeds strakker aan te halen. De vorig jaar gehouden gemeenteraadsverkiezingen werden op grote schaal gemanipuleerd om de ‘juiste’ uitslag te garanderen. Het Knights Centre for Journalism in the Americas berichtte eind vorige maand dat Ortegas regering daarnaast ook op allerlei manieren de persvrijheid in het land heeft ondermijnd. En vorige week verklaarde Ortega in navolging van zijn revolutionaire vriend Hugo Chavez dat ook hij best president voor het leven zou willen worden. Als daarvoor de constitutionele bepaling die het een zittende president onmogelijk maakt om meer dan een termijn te dienen moet worden geschrapt, dan moet dat maar – ‘als het volk het wil’ uiteraard.
In Washington en Brussel begint men zich zo langzamerhand grote zorgen te maken over de ontwikkelingen in het land. In de nasleep van de omstreden gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar besloten zowel de VS als de EU ontwikkelingshulpbetalingen aan het land voorlopig op te schorten. Eind vorige week stelde Washington Managua daarbij een ultimatum: erken de gepleegde verkiezingsfraude en pas de uitslagen daarop aan, of riskeer definitieve bevriezing van de hulpgelden.
De vraag is nu wat Den Haag gaat doen. Ons land geeft per jaar ruim 25 miljoen Euro aan Nicaragua voor ontwikkelingshulpprojecten en begrotingssteun. Die begrotingssteun werd al gehalveerd na afloop van de omstreden gemeenteraadsverkiezingen (overigens sowieso merkwaardig dat een kabinet dat zijn eigen begroting niet eens op orde heeft begrotingssteun betaalt aan andere landen, maar vooruit). Sinds die maatregel werd genomen is de situatie in het land er bepaald niet beter op geworden. Tijd dus voor Koenders om het goede voorbeeld van Washington en Brussel te volgen. Hij zal toch immers niet de geschiedenisboekjes in willen gaan als een soort tovernaarsleerling van zijn beroemde/beruchte voorganger Jan Pronk – altijd bereid een dictatoriaal regime met Nederlands belastinggeld te steunen, zolang de dictator in kwestie maar socialistische idealen bleef propageren?

Deze column verscheen op zaterdag 21 maart 2009 in De Telegraaf

Saturday 7 March 2009

De gefaalde staat Pakistan

De aanslag eerder deze week op de spelersbus van het nationale cricketteam van Sri Lanka is de zoveelste aanwijzing dat er iets rots is in de staat Pakistan. Dat deze aanslag kon plaatsvinden, is overigens niet het probleem – men kan immers niet elk denkbaar object tegen terreuraanslagen beveiligen. Maar het feit dat een dozijn terroristen op klaarlichte dag midden in een grote stad als Lahore een aanslag plegen om vervolgens zonder problemen aan de politie te ontsnappen, suggereert dat het centraal gezag in Islamabad, waar president Asif Zardari hof houdt, zijn greep op de openbare orde in het land aan het verliezen is. Zo’n mysterieuze verdwijntruc van twaalf zwaarbewapende mannen werkt immers alleen als ofwel de lokale bevolking, ofwel de lokale politiemacht bereid is aan die truc mee te werken.

Het centraal gezag in Islamabad is de controle over grote delen van de buitengewesten kwijtgeraakt. Het Pakistaanse deel van Kashmir is al decennia lang een broeinest van allerlei jihadbewegingen. Het probleem werd nog verergerd doordat de beruchte Pakistaanse veiligheidsdienst ISI de groei van dergelijke bewegingen actief aanmoedigde. Het doel was deze groeperingen in te zetten bij het plegen van aanslagen in het Indiase deel van de Kashmir. Maar zoals een reeks van aanslagen de afgelopen jaren heeft laten zien, zijn deze bewegingen in toenemende mate bereid de hand die hen heeft gevoed te bijten. Het gewelddadige potentieel van dit grensconflict (de beide landen vochten al tweemaal een oorlog om de ultieme controle over het gebied) verleidde toenmalig president Bill Clinton in de jaren negentig tot de uitspraak dat Kashmir ‘de meest gevaarlijke plek op aarde is’.

De afgelopen jaren is het lijstje van niet langer onder controle van Islamabad staande provincies alleen maar gegroeid. In 2007 sloot de toenmalige president Pervez Musharraf een akkoord met opstandelingen in de westelijke grensstaat Waziristan. Een Taliban-achtige beweging vestigde er vervolgens de Islamitische Emiraten van Waziristan, een de facto onafhankelijke terreurstaat. Begin dit jaar volgde een vergelijkbaar akkoord met de Taliban zelf in de noord-westelijke Swat vallei. De situatie in de zuid-westelijke grensprovincie Baloechistan is niet veel beter. Ook hier hebben de Taliban een stevige greep op de lokale bevolking, niet in de laatste plaats dankzij het wijdverspreide netwerk van madrassas waarin de lokale jeugd de Taliban’s eigen extreme interpretatie van de Koran wordt bijgebracht.

De Taliban gebruiken de grensprovincies behalve als recruteringsgebied ook als uitvalsbasis voor hun militaire operaties. Ze verbouwen er daarnaast de papaver waarmee de oorlogskosten worden gefinancierd. Omdat Islamabad niet langer in staat is de orde in dit deel van het land te herstellen, hebben de Amerikanen feitelijk geen andere keus dan hun militaire operaties uit te breiden naar de andere kant van de Afghaans-Pakistaanse grens.

In India wordt Pakistan inmiddels smalend omschreven als ‘het Somalië van Zuid-Azië’. Toch zal men ook daar niet gerust zijn op de ontwikkelingen van de afgelopen maanden. Het verschil met Somalië is immers dat Pakistan over een omvangrijk arsenaal kernwapens beschikt. De gefaalde staat Pakistan is daarmee een probleem voor de hele wereldgemeenschap.

Deze column verscheen zaterdag 7 maart in De Telegraaf