Monday, 26 January 2009

Obama gaat Europa vooral geld kosten

De overwinning van de Democratische presidentskandidaat Barack Obama leidde in veel Europese huiskamers tot gejuich. Niet in huize Livestro, overigens. Als commentator ben ik niet geneigd me al te zeer te hechten aan deze of gene Amerikaanse presidentskandidaat. Ik vind bovendien dat het cv van Obama te weinig houvast biedt bij het beoordelen van zijn geschiktheid voor het zwaarste politieke ambt ter wereld. Dat neemt niet weg dat ik wel degelijk de betekenis zie van de verkiezing van de eerste Afrikaans-Amerikaanse president. Het is immers nog geen halve eeuw geleden dat zwarte Amerikanen in sommige staten alleen met gevaar voor eigen leven naar de stembus konden gaan. Obamas uitverkiezing bevestigt de overgang naar een tijdperk waarin burgers inderdaad niet langer op hun huidskleur maar vooral op de inhoud van hun karakter worden beoordeeld.

In de beste Europese traditie ben ik echter geneigd enkele realistische kanttekeningen te plaatsen. Van symboolpolitiek wordt de wereld immers niet veiliger of welvarender. De vraag blijft wat Obamas uitverkiezing eigenlijk voor Europa betekent. Op diplomatiek gebied zullen de Europeanen ongetwijfeld instemmend reageren op de contructievere toonzetting van de nieuwe administratie. Maar achter deze façade van multilateralisme gaan harde politieke berekeningen schuil die Obama hoogstwaarschijnlijk in dezelfde richting zullen sturen als voorgaande administraties.

Obama begrijpt bijvoorbeeld dat hij zich om geopolitieke redenen geen mislukking van het militaire avontuur in Afghanistan kan veroorloven. Maar om binnenlands-politieke redenen kan hij niet het geld vrijmaken dat voor een succesvolle oorlogsvoering noodzakelijk is. Zijn verzoek aan ons zal dus zijn of wij zo vriendelijk willen zijn om zijn plannen in Afghanistan voor hem te financieren. Het Nederlandse kabinet kan zich bijvoorbeeld nu al voorbereiden op een telefoontje van de nieuwe president met de vraag of wij de missie in Oeroezgan niet toch maar met een paar jaar willen verlengen.

In ruil voor eventuele concessies krijgt Europa overigens weinig terug. Europese regeringsleiders krijgen bijvoorbeeld wel de door hen gevraagde sluiting van de gevangenis in Guantanamo Bay, maar dan alleen als wij bereid zijn enkele tientallen van de daar opgesloten extreem gevaarlijke terreurverdachten op te nemen. De nieuwe administratie heeft verder ook duidelijk gemaakt dat het niet overtuigd is van de meerwaarde van het geplande raketschild. Obamas woordvoerder maakte eerder deze week bekend dat wat zijn baas betreft de plannen voor een Europees raketschild nog bepaald niet in beton gegoten waren. Ook dat heeft, behalve met oud ideologisch zeer (het raketschild was een kindje van de in Democratische kringen gehate presidenten Reagan en Bush) vooral te maken met geld. De kosten komen immers vooral voor rekening van de Amerikanen, terwijl de baten uitsluitend aan de Europeanen toevallen. Ook hier kunnen Europese regeringsleiders een verzoek om extra financiële inspanningen verwachten. Als wij inderdaad willen worden beschermd tegen Iraanse middellangeafstandsraketten, dan zullen wij daarvoor moeten betalen.

De hierboven genoemde internationale beleidsvoornemens van Obama hebben één ding gemeen: de politieke winst gaat naar Obama, de rekening naar Europa. Zo bezien is de vraag dus niet zozeer wat Obama voor ons zal betekenen, maar vooral wat wij voor Obama kunnen betekenen.

Deze column verscheen op zaterdag 15 november j.l. in De Telegraaf

No comments: