Monday, 26 January 2009

Solidaiteit Europa op de proef gesteld

Hoewel de West-Europese banksector voorlopig gered lijkt, zou het voorbarig zijn te stellen dat de kredietcrisis definitief voorbij is. De nasleep van de crisis zou namelijk wel eens voor grote problemen kunnen gaan zorgen. Zo dreigt allereerst het gevaar van een langdurige recessie in West-Europa. De economische activiteit in de Eurozone nam het afgelopen kwartaal al met 0,2 procent af. Nog een kwartaal van negatieve groei en de recessie is een feit. De Finse minister van Financiën Jyrki Katainen stelde onlangs dat hij “niet zeker weet hoe lang de Europese recessie zal duren, maar het zou wel eens twee of drie jaar kunnen zijn.”

Een tweede probleem dient zich aan in Oost-Europa. De West-Europese kredietcrisis bedreigt daar namelijk de stabiliteit van het hele kredietsysteem. De kern van het probleem is dat Oost-Europa vrijwel volledig afhankelijk is van West-Europees krediet. Niet alleen is de financiële sector in veel Oost-Europese landen nagenoeg volledig in West-Europese handen, de kapitaalbalans (het verschil tussen kapitaalimport en export) is ook nadrukkelijk negatief door de import van West-Europees krediet. De groei van private commerciële leningen, die in Bulgarije en Roemenië meer dan 50 procent per jaar bedraagt, wordt bijvoorbeeld volledig gefinancierd met West-Europees geld.

Het Oost-Europese kredietwezen wordt van meerdere kanten bedreigd. Eén mogelijk probleem is de val van een van de West-Europese banken die het Oost-Europese kredietwezen financieren. Zo’n faillisement zou in West-Europa niet meer dan een schokgolfje teweegbrengen. In Oost-Europa daarentegen zou het gelijk staan aan een enorme economische aardbeving. Zelfs als dit niet gebeurt, zijn de gevaren voor de Oost-Europese economieën nog niet geweken. De betrokken West-Europese banken zouden immers ook kunnen besluiten het in Oost-Europa geïnvesteerde kapitaal terug te halen, of in ieder geval geen extra kapitaal meer beschikbaar te stellen. In beide gevallen zouden Oost-Europese landen worden gedwongen tot een plotselinge, grote aanpassing van hun kapitaalbalans.

Tot wat voor dramatische taferelen dat kan leiden, hebben we in de late jaren negentig gezien. Een vrije val van de Thaise munteenheid, de Baht, leidde tot de Aziatische financiële crisis van 1997, waarin landen als Zuid-Korea en Maleisië gedwongen werden grote tekorten op hun kapitaalbalans op heel korte termijn af te bouwen, met als gevolg een diepe recessie. De Aziatische crisis van 1997 leidde tot de Russische Roebelcrisis van 1998 en – uiteindelijk – tot de val van het grote Amerikaanse hedgefonds Long-Term Capital Management.

West-Europa kan het zich onder de huidige omstandigheden niet veroorloven om uit te vinden welke economieën of financiële instellingen elders in de wereld ten onder zouden gaan aan de gevolgen van een financiële aardbeving in Oost-Europa. De Eurozone heeft geen andere keuze dan de Oost-Europese regeringen financieel te ondersteunen in hun strijd tegen de naschokken van de kredietcrisis. Dergelijke overdrachtsbetalingen zijn onder normale omstandigheden al weinig populair bij West-Europese kiezers. Het feit dat zij voor deze steunoperatie worden gevraagd te betalen op het moment dat zij zelf hun baan en hun spaargelden dreigen te verliezen, zal het enthousiasme er bepaald niet groter op maken. De Europese solidariteit zou de komende maanden dan ook wel eens zwaar op de proef gesteld kunnen worden.

Deze column verscheen op zaterdag 25 oktober j.l. in De Telegraaf

No comments: