Wednesday 15 October 2008

De Bush-jaren nader beschouwd

De herdenking van de gebeurtenissen op 11 september vormde waarschijnlijk het laatste publieke optreden van enige betekenis van president George W. Bush. De aandacht van pers en publiek zal vanaf nu uitgaan naar de beide kandidaten die strijden om het volgende presidentschap – en naar de vrouw die met haar fenomenale toespraak tot de Republikeinse conventie de hele race op zijn kop heeft gezet, de gouverneur van Alaska Sarah Palin. Hoe moeten we het tijdperk Bush nu waarderen? De critici wijzen op zijn lage populariteitscijfers als bewijs dat zijn presidentschap een totale mislukking zou zijn. Nu zijn die cijfers inderdaad weinig indrukwekkend, al moet daar wel bij worden aangetekend dat Bush niet minder populair is onder zijn bevolking dan de meeste Europese regeringsleiders in eigen land zijn. Het is misschien eerder bewijs dat we momenteel in sceptische tijden leven. Populariteitscijfers zijn bovendien een onbetrouwbare indicator voor de historische betekenis van een presidentschap. Hoe goed een president werkelijk was, wordt doorgaans pas na afloop duidelijk.

Ik denk dat dit oordeel in het geval van de jongere Bush nog wel eens mee zou kunnen vallen. Met name op buitenlands gebied was zijn presidentschap namelijk zo slecht nog niet. Bush kan bijvoorbeeld tevreden terugkijken op acht jaar behoud en uitbouw van het NAVO-bondgenootschap. Veel West-Europese critici meenden dat de NAVO met de uitbreiding in Oost-Europese richting aan geloofwaardigheid en slagkracht zou verliezen. Niets is minder waar gebleken. In 2002 werden de besluitvormingsprocessen van het bondgenootschap grondig hervormd en twee jaar later werd de uitbreiding in oostelijke richting formeel bezegeld. De nieuwe, grotere NAVO bleek daadkrachtiger dan gedacht. Het aantal lidstaten dat een actieve bijdrage levert aan militaire operaties in Afghanistan is bijvoorbeeld alleszins respectabel. Op Duitsland na hebben alle lidstaten, zelfs Frankrijk, een serieuze bijdrage geleverd aan gevechtsoperaties in dat land, iets dat deskundigen in de wereld voor 11 september 2001 nooit voor mogelijk hadden kunnen houden.

Een ander belangrijk succes is de ontwikkeling en uitbouw van een raketschild. De oude droom van Ronald Reagan was een raketverdedigingssysteem dat het Westen minder kwetsbaar zou maken voor eventuele raketaanvallen. Deze droom is onder de jongere Bush werkelijkheid geworden. Aanvankelijk reageerden de Europese lidstaten afwijzend, maar het killere internationale klimaat hebben de Europeanen een stuk pragmatischer gemaakt. De verdragen zijn inmiddels getekend, zodat binnenkort daadwerkelijk aan de plaatsing van verdedigingsraketten en radarsystemen kan worden begonnen.

Het grootste succes van Bush is ongetwijfeld de oorlog tegen de terreur. Zeven jaar na 11 september is Amerika het lot van een nieuwe aanslag bespaard gebleven. De strijd in Irak leek aanvankelijk op een rampzalige mislukking uit te lopen. Inmiddels verloopt de strijd echter zo gunstig dat de Amerikanen nog voor het eind van dit decennium de laatste onder hun controle staande provincies aan de Iraakse regering kunnen overdragen. De ontmanteling van het Al Qaeda netwerk is in een vergevorderd stadium.

Amerika veilig, het Westen onder de NAVO vrij en verenigd, de wereld dankzij het raketschild op termijn minder kwetsbaar voor raketaanvallen van schurkenstaten. Er zijn presidenten die het slechter hebben gedaan.

Deze column verscheen op zaterdag 13 september j.l. in De Telegraaf

No comments: