Monday 26 January 2009

John McCain - bij gebrek aan beter (II)

In een eerdere stemverklaring heb ik aangegeven met enige aarzeling voor de Republikeinse presidentskandidaat John McCain te kiezen. Hij was een uitstekende kandidaat op het gebied van internationale zaken, maar hij toonde een teleurstellend gebrek aan begrip van het belang van een vrije markteconomie Hij slaagde er bovendien regelmatig in zijn eigen partij tegen hemzelf in het harnas jaagde. Hij was beter dan de beschikbare alternatieven, maar ik vreesde dat zijn negatieve kwaliteiten hem ernstig zouden belemmeren in zijn streven het Witte Huis te veroveren.

In de maanden die volgden, zijn mijn twijfels over zijn persoon helaas bevestigd. Hij had, mede met dank aan de Russische inval in Georgië, een goede zomer, afgerond met een succesvolle conventie. Toen de campagne eenmaal werkelijk losbarstte, zakte hij echter door het ijs. Al snel openbaarden zich enkele fundamentele problemen die de McCain campagne tot een welhaast onvermijdelijk verlies lijken te hebben gedoemd.

Het eerste probleem is het eerdergenoemde gebrek aan binding met zijn eigen partij. In plaats van zich in de laatste weken op de zwevende kiezers te kunnen richten, moet hij kostbare energie besteden aan het overtuigen van zijn eigen achterban in doorgaans betrouwbaar Republikeinse staten. Het gebrek aan waardering voor de eigen achterban zet hem ook op achterstand als het gaat om fondsenwerving en het opbouwen van een vrijwilligersleger dat op verkiezingsdag kiezers naar de stembus moet brengen. Republikeinse activisten willen blijkbaar geen geld en moeite besteden aan een kandidaat die niet werkelijk een van hen is.

Het tweede probleem is McCains gebrek aan een interessante inhoudelijke agenda. In de cruciale slotfase van de campagne moest hij de kiezers zonder onderscheidende eigen beleidsvoorstellen tegemoet treden. Bij twijfelende kiezers ontstond zo de indruk dat, terwijl de wereld brandde, McCain niet in staat was met oplossingen te komen.

Die indruk werd nog versterkt door zijn weifelende optreden inzake de kredietcrisis en het debat over de zogeheten ‘bailout’. De kiezer zag een politicus die in een crisis van de ene oplossing naar de andere holde, zonder ooit vertrouwen te wekken dat hij wist waar hij mee bezig was. Aan het eind van een twee weken durende impasse was McCain zijn geloofwaardigheid als kandidaat-president volstrekt kwijtgeraakt. Een nek-aan-nek race veranderde op slag in tien procent voorsprong voor Obama.

Dat McCain desondanks nog altijd een kleine kans op het presidentschap maakt, heeft hij aan twee andere politici te danken. De eerste is zijn running mate, gouverneur Sarah Palin. Wie de Nederlandse pers over haar leest, zou nooit denken dat Palin een succesvol politica is met een indrukwekkend curriculum. Ze maakte naam als bestrijder van corruptie in het politiek-industriële oliecomplex in haar staat, onttroonde een zittende gouverneur van haar eigen partij en wist in de eerste twee jaar van haar gouverneurschap meerdere politiek gevoelige wetvoorstellen door het door de Democraten beheerste Alaskaanse Congres te loodsen. Kiezers in haar staat belonen haar hiervoor met welhaast Noord-Koreaans aandoende populariteitscijfers.

Waar McCain niet in slaagde, namelijk de conservatieve achterban enthousiasmeren, deed Palin met speels gemak. Op campagne trok ze een veelvoud van het aantal toeschouwers van McCain zelf. Waar McCain duizende supporters aantrekt, trekt zij tienduizenden doorgaans hyperenthousiaste aanhangers. Aanmeldingen van vrijwilligers voor de McCain-campagne zijn verviervoudigd sinds zij aan het ticket werd toegevoegd. Het Amerikaanse televisiepubliek is al even gefascineerd door haar persoon. Haar debat met Joe Biden was het op een na meest bekeken presidentiële debat uit de geschiedenis. Zelfs in Hollywood, waar men er genoegen in schept om de kleinstedelijke wortels van Palin te bespotten, staan de grote mediaconglomeraten in de rij om de telegenieke politica een contract aan te bieden. Als McCain zelfs maar een deel van het door haar gegenereerde enthousiasme in stemmen om kan zetten, zou hij op 4 november in ieder geval een redelijk resultaat kunnen boeken.

Of misschien zelfs meer dan dat. Zijn tegenstander beging in het zicht van de haven namelijk een blunder door in gesprek met een kiezer op SP-achtige wijze te pleiten voor herverdeling van inkomen. Met deze quasi-socialistische opmerking liep Obamas zorgvuldig gecultiveerde gematigde imago een forse deuk op. McCain had opeens een middel om hem de laatste maand van de campagne stevig in het defensief te drukken.

Obama heeft ook de fout gemaakt de indruk te wekken dat hij denkt de strijd al te hebben gewonnen. In plaats van kiezers in het stemhokje te laten stemmen over de vraag ‘wel of niet nog eens vier jaar Bush/McCain’ dwingt hij kiezers zich uit te spreken over de vraag ‘wel of niet vier jaar Obama’. Mede dankzij zijn herverdelingsblunder zou het antwoord op die laatste vraag voor hem wel eens minder gunstig uit kunnen pakken. Kiezers die naar hem kijken, zien immers een onervaren politicus met verdacht linkse voorkeuren. Sommigen van hen zullen onder het motto ‘Geen Experimenten’ uiteindelijk toch maar voor McCain kiezen.

Dit artikel verscheen op maandag 3 november j.l. in het Financieele Dagblad

1 comment:

Cindy Schneider said...

Deze bijdrage heb ik een tijd lang gezocht, toevallig nu via De Dagelijkse Standaard weer gevonden. Ik zie in Palin wél een geschikte kandidate voor de race in 2012, ik zal waarschijnlijk de enige Nederlander zijn maar dat weerhoud mij er toch niet van die mening te geven. Het liefst zou ik Mitt Romney zien, het economische wonder en Palin aan zijn zijde maar ik denk niet dat de mormoonse achtergrond van Mitt hem de tcket zal leveren. Dan Palin maar! Voorlopig volg ik ontwikkelingen in de US politiek met kromme tenen.